Nederlander Anton Corbijn (Control, The American, A most wanted Man) was niet geïnteresseerd in het maken van een James Dean-biopic, maar wel in de relatie tussen Dennis Stock (een degelijke Robert Pattinson) en Dean (Dane DeHaan).
Je hoeft niet ver te zoeken waarom. Je hebt het onderwerp, filmmythe in wording James Dean, de artiest, sterfotograaf in wording Dennis Stock, hun relatie en een regisseur-fotograaf die die relatie gadeslaat. Dat alles wordt nog interessanter wanneer Corbijn zijn verhaal opbouwt naar de beroemde foto’s met Dean op Times Square. Want dat hoogtepunt in de carrière van beide cultfiguren roept een pak vragen op. Wie bewijst wie een dienst? Wie manipuleerde wie? Was het de vriendschap tussen de twee die onrechtstreeks leidde tot de beroemde foto’s of was het succesvolle eindresultaat van de shoot toeval? Vreemd toch dat met zo’n gegeven Life geen dramatisch sterkere film is geworden. Maar je hebt al een probleem wanneer je een iconische filmster laat vertolken door iemand die er niet op gelijkt en heel ander gevoel oproept. Dane DeHaan is een talentvol acteur, maar ergens klikt het (voor mij) niet.
En dan is er het gebrek aan een sterke climax na een eerder traag, mijmerend en nostalgisch verhaal. Maar dat is nu eenmaal inherent aan dit onderwerp. Te nemen of te laten.