Synopsis
1969. Chen Zhen, een jonge student uit Peking, wordt naar BinnenMongolië
gezonden om er een rondzwervende herdersstam op te leiden.
Maar het blijkt Chen zelf te zijn die nog heel wat te leren heeft ; over leven
in deze oneindige, harde maar adembenemende wildernis, over de notie van commune, vrijheid en verantwoordelijkheid. En over het meest gevreesde en gerespecteerde wezen van de steppe : de wolf.
Aangetrokken tot de complexe en bijna mystieke band tussen de herders en
deze heilige dieren, en gefascineerd door hun listigheid, hun kracht en hun
woeste schoonheid, vangt hij een wolvenwelp om het te temmen.
Maar de groeiende relatie tussen de man en het dier wordt bedreigd wanneer een centrale beleidsofficier beslist koste wat kost alle wolven uit de regio uit te roeien. En met hen de traditionele manier van leven van de stam en de toekomst van het land zelf.